Boekhandel webshop

Op zoek naar een boek buiten de uitgeverij? Bezoek onze vernieuwde boekenwebshop

Naar DeRamshoorn.nl

Catalogus 2023-2024

Nieuwe boeken en andere artikelen voor het hele gezin

Bekijk catalogus

Dl. 21. De Boerenoorlog, P. de Zeeuw JGzn

Dl. 21. De Boerenoorlog, P. de Zeeuw JGzn
Model: 9789461150875
Beschikbaarheid: Op voorraad
Prijs: EUR 16,95
Excl. BTW: EUR 16,95
Aantal:  

De Boerenoorlog

Hij en geen ander

P. de Zeeuw JGzn

 

Als zijn vriendin Margot verkering krijgt met een rijke rederszoon vertrekt Kees de Winter teleurgesteld naar Zuid-Afrika. Daar geeft hij eerst les aan kinderen van de Boeren, maar hij raakt algauw betrokken in de Tweede Boerenoorlog (1899-1902). Hij vecht mee tegen de Engelsen die het te doen is om de rijke goudvelden daar. Zwaargewond komt hij in een veldhospitaal terecht.

Maar Margot reist hem na en zij verzorgt haar bewusteloze vroegere vriend als verpleegster van het Rode Kruis. Hierdoor uitgeput komt ze bij de boerenfamilie terecht bij wie Kees les had gegeven.

Eerst zijn de Engelsen aan de verliezende hand, maar op advies van keizer Wilhelm II veranderen zij hun tactiek door vrouwen en kinderen in concentratiekampen op te sluiten. Hierdoor bedreigd probeert Margot in verpleegstersuniform een Engelse overval af te wenden.

Juist wanneer de overvallers op het punt staan haar neer te schieten, komt Kees haar bevrijden. Kees en Margot beloven elkaar trouw. Margot zegt: ‘Hij en geen ander.’ Kees brengt haar in veiligheid in Klerksdorp. Maar dan wordt hij gevangengenomen en opgesloten in een gevangenkamp in Brits-Indië.

Na de Boerenoorlog keert Kees teleurgesteld over de afloop van de strijd terug in Holland en trouwt hij met Margot.

 

ISBN 9789461150875

Illustraties:

Omslagillustratie: Rino Visser, Goes

Binnenwerkillustraties: Lian en Corrie Bart-Nieuwenhuize

 

 

© 2016    Uitgeverij De Ramshoorn

Putwei 6 - 4464 BT Goes - tel. 0113-230340

 

[email protected] - www.ramshoorn.nl

 

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een computerbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

 

Inhoudsopgave

 

Woord vooraf

1.                Kentering

2.                Vaarwel, land en liefde

3.                Onder de vierkleur

4.                De sprong van de luipaard

5.                De Britse luipaard loert

6.                De strijd begint

7.                Margot neemt een gewichtig besluit

8.                Weerzien in de schaduw van de dood

9.                Vrouwensmart

10.                 Een tweede weerzien in de schaduw van de dood

11.                 In veiligheid gebracht

12.                 Tegenspoed

13.                 Kees wordt gepakt

14.                 In het gevangenkamp

15.                 Hij … en geen ander

Om te onthouden

 

Woord vooraf

Het in dit boek beschreven verhaal is geen fantasie. De hoofdpersoon van het verhaal, Kees de Winter, heeft indertijd zelf dit verhaal aan mij verteld. Hij liet mij bij die gelegenheid ook bijzondere voorwerpen zien, die hij had meegebracht uit Zuid-Afrika: een tropenhelm, een doosje met een slangetje erin, gemaakt in het kamp, de das die hem het leven gered had en zo meer.

Er zijn altijd lezers, die graag willen weten of een ver­haal dat zij lezen, echt gebeurd is. Welnu, zij kunnen ge­rust zijn. Dit verhaal is inderdaad ‘op waarheid gegrond’, zo­als men vroeger vaak zei.

P. de Zeeuw JGzn                                                                           Nijkerk

 

1. Kentering

Tijdens de kroningsfeesten ter ere van de inhuldiging van koningin Wilhelmina in 1898, had Kees de Winter al opgemerkt dat Margot veranderd was. Ze was stug en sprak niet veel. Toch zocht hij daar niet meteen wat achter. Hij schreef het toe aan de geweldige drukte die de feesten meebrachten en waartegen zijn meisje, gewend aan het rustige leven in het stille stadje aan de Maas, niet was opgewassen.

Het was ook iets geweldigs geweest, de schitterende ver­lichting en de duizenden mensen die elkaar verdrongen om toch maar een glimp van de koningin te kunnen zien. Zoiets zou Kees z’n leven lang niet vergeten.

In de trein had hij er nog eens met haar over willen napraten, maar hij kreeg er de kans niet voor.

‘Wat een gezellige drukte was dat in Amsterdam, Mar­got!’

‘’t Was mij veel te druk!’

‘Nou ja, maar je hebt toch ook genoten, lieverd? Zoiets buitengewoon moois zien we ons hele leven niet meer!’

‘Ik verlang er ook niet naar!’

Kees had niet geweten hoe hij het had, maar hij troostte zich met de gedachte dat grote vermoeidheid Margot zo weinig spraakzaam maakte. Gedurende de rest van de reis werd er bijna niets meer gezegd en Kees was eigenlijk blij, toen hij ’s avonds laat de deur achter Mar­got Sypestein hoorde dichtslaan.

‘Slaap vannacht maar eens lekker’, had hij nog gezegd en dat was het slot van het kroningsfeest geweest.

 

Toen hij de volgende morgen voor de klas stond, voelde hij dat hij de dag daarvoor een aparte dag had beleefd. Het werk vlotte niet zo goed meer als anders. Steeds moest hij terugdenken aan de stugge houding van Margot. Hij kon zijn hoofd niet meer bij zijn werk houden.

Hij ging in die week nog eens even op de Veerkade langs om een boek te brengen dat zij graag wilde lezen, maar zij was er niet. Dus werd het zaterdagavond voor hij Margot weer zag. Veel praatte ze nog niet en vrolijk lachen deed ze ook niet. Maar ja, de stemmingen van een mens zijn veranderlijk en per saldo was ze zijn meisje nog niet. Verkering hadden ze wel, maar er was nog geen officiële verloving, al kwam hij al wel bij de familie over de vloer.

Het gesprek kwam op die avond van één kant. Kees moest alleen het woord voeren en wist ten slotte niet goed meer, waarover hij praten kon. Hij had al over de school gebabbeld, over thuis, over de kroningsfeesten nog maar weer eens en toen begon hij over de knapenvereniging, die volgende week weer bijeen zou komen.

‘Hè bah, begint dat gedoe ook weer?’ viel Margot toen opeens uit.

‘Meisje, meisje, mag jij een christelijke knapenvereniging een ‘gedoe’ noemen?’ had hij bij wijze van grap gezegd. Maar voor grappen was Margot die avond niet vatbaar geweest.

 

Na die zaterdagavond verlopen er een paar weken waarin Margot dezelfde stugheid blijft tonen. Wat hij ook probeert, Kees kan onmogelijk de hartelijke, gulle, goedlachse Margot van vroeger terugvinden.

Dat gaat zo niet langer. Kees wil weten, waar hij aan toe is en vanavond tijdens de wandeling zal hij een verklaring van haar vragen. Er moet toch een oorzaak zijn voor haar vreemd gedrag? En die oorzaak wil hij weten. Ze hebben nog maar nauwe­lijks het stadje achter zich gelaten als Kees met zijn onderzoek begint.

‘Zeg Margot, wat doe je toch raar de laatste tijd. Is er wat?’

‘Raar? Wat noem jij raar?’

‘Nou ja, je bent zo stug, je praat haast niet, je bent niet zoals anders, Margot, en ik wil graag weten hoe dat komt.’

‘Joh, zeur toch niet. Wat zou er nu moeten zijn?’

‘Ja, dat weet ik niet, maar je zult toch moeten toegeven, dat je niet bent zoals anders. Als ik soms de oorzaak daarvan ben, zeg het dan. Er is misschien een misver­stand in het spel en dat kan dan uit de weg geruimd wor­den. Dat is toch veel beter?’

‘Er kan niets uit de weg geruimd worden.’

‘Dus er is toch wel iets, Margot, toe, zeg het me nou. Ik wil graag weten wat ik aan jou heb.’

Een poos wordt er gezwegen.

Kees vermoedt dat Margot bij zichzelf overlegt wat ze antwoorden zal, maar als het antwoord uitblijft, dringt hij nog weer eens aan.

‘Toe, Margot, zeg het nu, als er iets is. Heb ik soms iets gedaan of gezegd wat je niet aanstaat?’

‘Ach jongen, houd toch op. Je hebt niets misdaan, maar je bent me te christelijk. Zo, nu weet je het.’

Kees de Winter kan zijn oren niet geloven.

‘Te christelijk, zeg je, maar hoe heb ik het nou met je, Margot? Ben jij dan soms niet christelijk? We gaan elke zondag samen twee keer naar de kerk ... te christelijk? Ik begrijp er niets van.’

‘Nou, dan zal ik je duidelijkheid geven. Je maakt je naar mijn zin veel te druk met al die verenigingen: de knapen- en jongelingsvereniging. Op de kiesvereniging ben je haantje de voorste. Ik hou niet van al dat vrome gedoe!’

Ze hebben de hele weg gearmd gelopen, maar nu licht ze haar arm ineens uit die van hem.

‘Ik begrijp er niets van, Margot. Je eigen broers gaan ook op de vereniging. Je vader zit in het bestuur van de kies­vereniging. Wat doe ik dan verkeerd als ik net zo handel?’

‘Jij misdoet niets, dat heb ik je al gezegd, maar ik hou er niet van.’

‘Ik dacht dat wij het zo goed samen eens waren, Mar­got, en ik wil nog niet geloven dat dit niet zo is. Er moet vast wat anders achter zitten. Als ik maar te weten kon komen, wat!’

‘Daar zou ik maar niet naar zoeken, Kees.’

De terugweg wordt allesbehalve prettig afgelegd. Margot blijft zwijgen op al de vragen van Kees of ze geeft heel korte antwoorden. Als ze bij het huis op de Veerkade zijn, neemt ze koel afscheid.

‘Nou, dag hoor, ’t is al zo laat geworden, vader zal wel mopperen.’

 

Kees is allesbehalve stichtelijk gestemd als hij naar huis gaat. Daar zit vast wat achter, denkt hij. Misschien die jongen van Hogerhof wel, want van dat christelijke, dat was maar een smoes, dat is duidelijk.

De volgende avond besluit hij om haar een brief te schrijven. Hij wil zwart op wit hebben wat er eigenlijk mankeert. ’t Valt hem niet mee om dat briefje te schrijven. Hij houdt van Margot, hij houdt heel veel van haar. Hij wil geen ander meisje heb­ben en hij weet dat zij ook van hem houdt. Dat heeft ze vaak genoeg en heel duidelijk laten merken. De brief gaat op de post en het antwoord blijft niet lang uit. Het zijn maar een paar regels.

 

‘Beste Kees, (wat ’n opschrift is dat!)

Het blijkt uit alles, dat we elkaar niet meer begrijpen. Het lijkt me daarom het beste om de kennismaking niet langer voort te zetten. De cadeautjes die ik van je gekregen heb, zal ik je terugsturen.

Groeten, M. Sypestein.’

 

Dat is alles. Nu weet hij nóg de oorzaak niet. Maar nu weet hij wel dat de verkering uit is. Eén dag loopt hij met dit briefje in zijn zak. Hij moet deze tegenslag eerst verwerken. Dan praat hij er met z’n moeder over.

‘Dat komt wel weer goed, jongen’, zegt mevrouw De Winter. ‘Maar wees wijs en kijk niet meer naar haar om. Het zal gauw genoeg blijken wat erachter zit. Ga jij nu maar rustig aan je werk en geef deze zaak in Gods hand over. Jij hoeft jezelf toch van niets te beschuldigen, Kees?’

‘Nee moeder, ik zou niet weten waarvan.’

‘Dat wist ik wel. Nu, dan kun je er rustig onder zijn. Meis­jes hebben weleens vaker zulke malle grappen.’

‘Maar moeder, ik hou zoveel van haar. Ik kan zonder Margot niet leven! Zij is in alles mijn ideaal en we pas­sen zo goed bij elkaar.’

‘Dan heb je je vergist, Kees, dat blijkt nu.’

 

 

Maar daar geeft Kees zijn moeder geen gelijk in. Hij blijft erbij dat Margot een meisje is dat precies bij hem past.

 

Het kost Kees heel wat moeite om zijn volle aandacht bij zijn werk te houden. Overdag op school moet hij extra op­passen. De kinderen mogen niet de dupe worden van zijn misère. Maar ’s avonds thuis wil de studie niet erg vlotten. Telkens dwalen zijn gedachten naar Margot Sypestein, het enige meisje dat hij hebben wil. En als het Margot niet mag zijn, dan geen mens, stelt hij bij zichzelf vast.

Overigens houdt hij zich aan moeders raad. Hij doet niet de minste moeite om Margot te zien of te spreken. In de kerk zoekt hij een plaats achter op de galerij, zodat ze elkaar onmogelijk zien kunnen. Hij is het met zijn moeder eens, dat dit misschien de beste manier is om Margot tot andere gedachten te brengen. Hij hoeft zich per slot van rekening niet voor haar te vernederen. Zelf heeft ze gezegd, dat hij niets misdaan heeft, welnu, dan zal hij haar daaraan houden.

 

ABONNEMENT OP DE HISTORISCHE SERIE

U bent ingelogd bij de gegevens van een deel uit de historische serie. Alle boeken van deze historische serie zijn geschikt voor jong en oud. We raden u aan om een abonnement op deze serie te nemen. U krijgt dan een korting van 5 euro per boek. Met een abonnement kunt u de overige delen dus ook goedkoop aanschaffen zo lang de voorraad strekt. Bij verzending voor abonnees hanteren we de stelregel dat we ongeveer de helft van de portokosten in rekening brengen. Dat komt uit op 2,50 euro korting per boek. Wanneer u levering via uw boekhandel laat lopen, bespaart u die portokosten. Opzeggen kan altijd. Alleen ontvangt u daarna nog 3 delen. 

 

Ja, we nemen een abonnement op de historische verhalenserie en zenden per mail onze gegevens en wensen naar [email protected]:

0 We nemen een abonnement en ontvangen het nieuwste deel met 5 euro korting: € 11,95

0 We bestellen ook de volgende delen uit deze serie:  .................................... (Alleen de nummers opgeven is al voldoende. Wanneer u 4 boeken tegelijk besteld, is het franco)

0 We noemen de boeken uit deze serie op die we al hebben. We verzoeken u deze boeken niet meer te leveren. We hebben al: ........................... (die boeken hoeven we dus niet meer)

0 Gewenste levering: rechtstreeks (incasso is mogelijk) / boekhandel ............... te .....................

 

Naam: .................................................

Straat: .....................................

Postcode en Plaats: ......................................