Uw winkelwagen is leeg!
Op zoek naar een boek buiten de uitgeverij? Bezoek onze vernieuwde boekenwebshop
Naar DeRamshoorn.nl
Onveranderlijke liefde
Ds. G.M. de Leeuw
In deze prekenbundel treft u tien preken aan die ds. G.M. de Leeuw gehouden heeft in verschillende plaatsen in Nederland. Ze zijn bedoeld voor persoonlijk gebruik en ook heel geschikt voor de leesdiensten. Daarbij is het de wens van de auteur: ‘Hij doe hen ervaren dat Zijn liefde onveranderlijk is.’
Ds. G.M. de Leeuw, geboren op 16 september 1949, diende achtereenvolgens als predikant van de Gereformeerde Gemeente de gemeente van Barneveld (1989-1997) en Lethbridge in Canada (1997-2001). Nu staat hij in Rock Valley in Amerika.
Overzicht opgenomen preken:
1. Hoséa 11:1, Onveranderlijke liefde, Barneveld, 1990
2. Mattheüs 6:16 t/m 18, Het vasten, Barneveld, 1991
3. Jeremia 3:22, Oproep tot wederkeer, Rhenen, 2000
4. Mattheüs 3:16, 17, Doop van Christus, Valk-Wekerom, 2001
5. 2 Timotheüs 4:7, 8, Paulus’ afscheidswoorden, Kootwijkerbroek, 2002
6. Mattheüs 11;29, 30, Dragen van Christus’ juk, Uddel, 2003
7. Handelingen 5:1-11, Zonde tegen de Heilige Geest, Kootwijkerbroek, 2004
8. Handelingen 8:39, De Moorman verblijd, Rotterdam-IJsselmonde, 2004
9. Zefanja 3:12, Gods trouw over Zijn volk, Aagtekerke, 2005
10. Jozua 6:25, Rachab, de hoer, gezaligd, Goes, 2005
1. Gods goedertierenheid over Zijn Israël, bevestigd in de roeping van Zijn zoon.
Door: Ds. G. M. de Leeuw uit Barneveld,
uitgesproken predikatie in de Gereformeerde Gemeente
te Barneveld, op zondagmorgen 6 januari 1991.
‘Gij hebt een arm met macht, Uw hand heeft groot vermogen.’ Als dat geliefde toehoorders op deze zondag, de eerste van een nieuw begonnen jaar, eens in gunst zal worden ervaren, dan zal het een onvergetelijke zondag zijn.
Wat zou die arm dan doen? En wat is de macht van die arm? Die is tweeërlei. Ten eerste om een arme, blinde, vijandige zondaar te trekken uit de macht der duisternis der onwetendheid, en des satans.
En geloof het, gemeente, jongens en meisjes, als God gaat trekken in uw leven, dan houdt u dat niet tegen hoor! Nee? Dat zou u maar eens aan Manasse moeten kunnen vragen, als hij nog zou leven. Of dan zou u nog eens even naar Paulus moeten kunnen gaan en vragen: ‘Paulus, zeg het nog eens, hoe is het gegaan?’ Nu, ga maar naar Paulus. Dat wil zeggen, sla zijn brieven maar open, dan krijgt u het verslag. Dat heeft hij opgeschreven, geïnspireerd door de Heilige Geest. Dat zijn bekeringen, waarvan niets is bijgedaan en of afgedaan. Waar Gods volk nog wel eens bang voor is, als ze iets moeten of mogen vertellen.
Paulus had zijn eigen roem eens niet op het oog, toen hij er in de Handelingen verslag van ging geven hoe dat God hem te sterk is geworden. Dat kunnen wij hem niet nazeggen. Misschien op een enkele uitzondering na, als God u eens een ogenblik waar maakt!
Dus de macht van die arm om te trekken, dat is een wonder gemeente, als God trekt! Dat is een wonder, ja dat is zo’n onnoemelijk wonder. Daar zal de Kerk nooit over uitgewonderd raken; dat God hen wilde hebben. Want dát is het.
Wat is nu die andere uitwerking van de macht van Gods arm? Het is ook een beschermende macht: ‘Zijn machtig arm beschermt de vromen.’ Want zodra God u eruit haalt, wordt u ook het mikpunt van satan en al zijn instrumenten. Dan slaat God Zijn arm als het ware om Zijn Kerk heen! Dus eerst worden ze door die arm getrokken en daarna beschermd.
O, we kunnen er nog een derde zaak bijvoegen. Straks zal Hij hen met diezelfde arm thuisbrengen. Die arm die ze droeg door dit tranendal: ‘Ik zal opnemen en dragen en redden.’
Diezelfde arm geeft ze straks een plaats voor eeuwig in den hemel. ‘Gij hebt een arm met macht…’ Daar mag de Kerk God groot maken in gezang. Heeft u daar even over nagedacht, onder het zingen van Psalm 89, dat kostelijke lied van Ethan?
Zal de Heere het nog doen in dit jaar? Dan zult u zeggen: ‘Dat weten we niet.’ Is dat zo? Heeft de Heere u niets beloofd, ten aanzien van de toekomst? ‘Zijn trouw is groot, Zijn macht zal nooit vergaan!’ Gemeente, zullen we vruchteloos bijeen komen van zondag tot zondag? Zal het zijn zoals Jesaja 6 het beschrijft: ‘Maak het hart dezes volks vet, en hun oren zwaar om te horen?’ Dat kan ook. Het zal niet ledig tot Hem wederkeren, het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Gij het zendt. O, zult u het bedenken, medereizigers naar de eeuwigheid?
Alle waarschuwingen, ook die ernstvolle gebeurtenissen in onze omgeving… Denk aan de oudejaarsnacht, denk aan een jong leven dat werd afgesneden. Jongens, jullie mogen er weer zijn. Jullie hadden het ook kunnen wezen. We hadden alweer in rouw gedompeld kunnen zijn, in de gemeente.
Wat zullen we met de waarschuwingen doen? Denk erom geliefde toehoorders, het Woord ligt weer gereed om gepredikt te worden. En als God het geeft, dan mogen we weer voor u staan van zondag tot zondag. Maar, wat doen we ermee? Het komt een keer terug. God geve door Die Geest en door Die arm, dat het ingang mag krijgen.
En dat het Zijn volk leer kennen: nadere ontdekking, meer armoede, meer schuld, niet in de uitleving maar in de inleving. En dat ze gaan ondervinden wat het zeggen wil: ‘Uit u geen vrucht meer in der eeuwigheid.’
Dat maakt ons geen hoge mensen. Daar we komen in het dal van verootmoediging mee terecht. En toch niet vruchteloos te kunnen zijn, want het nieuwe leven kan niet vruchteloos zijn! Om maar naar Hem gedreven te worden door de trekking en de bearbeiding van Die Geest, Die zegt: ‘Uw vrucht is uit Mij gevonden.’
O, dat we die dingen bij vernieuwing, ook ‘s zondags weer zouden mogen brengen. Niet alleen tot aan het oor, maar dat die lieve Geest het in uw hart zou willen leggen. Jongens en meisjes, dat dit het jaar zou mogen zijn dat God naar je omziet. Kinderen, altijd maar mee komen naar Gods huis. Ook jongens, als je zo’n vijftien of twintig geworden bent, niet zeggen: ‘Ik heb er vandaag geen zin in. Niet op je bed blijven liggen, maar kom maar. God zou je hier kunnen zegenen en dat zal wezen tot je eeuwige behoud. Je kostelijke ziel, kan je onder de zegen des HEEREN, hier als een buit leren uitdragen. Hij mocht het ons uit genade verlenen.
Hoséa 11 het 1e vers. De tekstwoorden voor deze morgen zijn: ‘Als Israël een kind was, toen heb Ik hem liefgehad, en Ik heb Mijn zoon uit Egypte geroepen.’ Met de hulp des HEEREN, een drietal gedachten, maar laten we er eerst wat boven schrijven:
‘Gods goedertierenheid over Zijn Israël, bevestigd in de roeping van Zijn Zoon.’
Gods goedertierenheid over Zijn Israël, bevestigd in de roeping van Zijn Zoon;
Ten 1e. Zijn opzoekende liefde.
Ten 2e. Zijn onveranderlijke liefde.
Ten 3e. Zijn bevestigende liefde.
Dat de Heere in alle waarheid zou willen leiden, om Zijns Naams wil.
‘Als Israël een kind was, toen heb Ik hem liefgehad, en Ik heb Mijn zoon uit Egypte geroepen.’
Jesaja, een tijdgenoot van Hoséa, heeft lang geprofeteerd ten tijde van, Jotham, Uzzia, Jothan, Achas, Hizkia, Manasse. In deze volgorde. Koningen van het tweestammenrijk.