Op zoek naar een boek buiten de uitgeverij? Bezoek onze vernieuwde boekenwebshop
Naar DeRamshoorn.nlLicht op de kanttekeningen
Predikanten uit de Gereformeerde Gemeente, Hersteld Hervormde Kerk, Chr. Geref. Kerk:
Bakker E., Brugge A.A., Egas A.A., Gunst A.J., Hakvoort E., Hoefnagel K., Kort A., Moens G.J.N., Mulder F., Mulder P., Net van der J.S., Paul H., Reinders B., Rossem J. van, Schot A., Sonnevelt C., Terlouw L., Teunissen W.J., Vergunst A.T., Vermeij A., Verweij J.W., Visscher W.
9789076466743
Helaas is deze titel uitverkocht
1 januari De koningin van het zuiden Nieuwjaar
De koningin van het zuiden zal opstaan in het oordeel met dit geslacht en hetzelve veroordelen; want zij is gekomen van (36) de einden der aarde, om te horen de wijsheid van Sálomo; en zie, meer dan Sálomo is hier (Matthéüs 12:42).
Kanttekening 36: de einden der aarde. Dat is: van vergelegen plaatsen.
We mogen samen weer een nieuw jaar beginnen. Voor ons is verborgen wat er in de loop van dit jaar zal plaatsvinden. Wel weten we dat wij allen voor Gods rechterstoel zullen moeten verschijnen. De boodschap zal gebracht worden: de dood in Adam, het leven in Christus. We zijn er over het algemeen groot bij geworden. Ging het altijd nog langs ons heen?
Is deze vrouw, waar het in onze tekst over gaat, voor ons een beschamend voorbeeld? Ze kwam, zegt onze kanttekenaar, ‘van vergelegen plaatsen’, uit het ‘verre’ Scheba. Ze had het gerucht van Sálomo gehoord. De verre reis werd ondernomen. Het is voor haar meegevallen. Ze heeft wat ingeleverd. Goud, specerijen en kostelijk gesteente. Ze heeft echter de Heere tot haar deel gekregen. Dat heeft eeuwigheidswaarde.
We horen iedere zondag: ‘Mijn zoon, mijn dochter, geef Mij uw hart.’ Hoe zullen we ons onbekeerd-zijn toch kunnen verantwoorden?
Sálomo’s heerlijkheid was groot. Maar de heerlijkheid van Christus overtreft alles. Van Hem wordt door Gods kind gezegd: ‘Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk.’
Zal deze vrouw ons voorgaan om het koninkrijk der hemelen in te gaan? In de grote dag der dagen zal er in het verre Afrika een graf opengaan, het graf van deze gekochte met Christus’ bloed. Zal ze verwonderd zeggen: ‘Jullie hadden zoveel meer dan ik. De gebeden die werden opgezonden tot jullie behoud en bekering. Jullie konden Gods Woord lezen.’
Wanneer we onbekeerd blijven, zal er voor ons gelden: die de weg geweten en niet bewandeld hebben, zullen met vele slagen geslagen worden. ‘Zoekt dan de HEERE, terwijl Hij te vinden is.’
Lezen: Matthéüs 12:38-50 Zingen: Psalm 72:6
2 januari Naar Gods beeld Genesis
En God zeide: Laat Ons mensen maken, (44) naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis … (Genesis 1:26a).
Kanttekening 44: naar Ons beeld. Door beeld en gelijkenis is voornamelijk te verstaan de ware kennis Gods, Kol. 3:10, ware gerechtigheid en heiligheid, Ef. 4:24.
Op de zesde dag heeft God de mens geschapen. Voor die schepping heeft God als het ware met Zichzelf overleg gepleegd. Dat moeten wij niet verstaan in die zin, alsof God eerst moest beraadslagen wat Hij doen zou, zoals wij mensen dat doen. Maar door Zichzelf zo uit te drukken, wil de Heere ons laten zien dat Hij in het bijzonder in de schepping van de mens Zijn wijsheid en almacht heeft geopenbaard.
Wij zijn volmaakt geschapen, naar Gods beeld en gelijkenis. Dat betekent dat wij volkomen overeenkwamen met God. Er was een heerlijke harmonie. Wij mochten de deugden Gods weerspiegelen. Drie deugden worden hier in het bijzonder genoemd: ware kennis, gerechtigheid en heiligheid. Onze kanttekenaren verwijzen daarbij naar twee plaatsen uit de brieven van de apostel Paulus.
In de kanttekeningen vinden we hier het woordje ‘voornamelijk’. Dat betekent dat er over het beeld Gods nog wel meer te zeggen zou zijn. Wij zouden het verder uit kunnen breiden tot de mededeelbare eigenschappen Gods. Zo bestond het beeld Gods ook in de liefde. Want de kennis waarover het hier gaat, heeft alles te maken met Gods liefde, maar dat geldt ook van de gerechtigheid en de heiligheid. In het paradijs mochten wij in volkomen overeenstemming met God zijn. Hoe anders is dat nu geworden door de zonde. Het beeld Gods bestond in engere zin in: kennis, gerechtigheid en heiligheid en dat zijn wij nu geheel kwijt. Dat beeld eist God van ons terug. En die eis is volkomen rechtvaardig. Die eis moet ons door genade op het hart worden gebonden en uitdrijven naar de binnenkamer van het gebed. De Heere kan door genade in Christus dat beeld weer herstellen. Hier in beginsel, maar eenmaal zullen Gods kinderen verzadigd zijn met Zijn Goddelijk beeld.
Lezen: Efeze 4:17-32 Zingen: Psalm 17:8